Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Naar Babel zullen zij gebracht worden, en aldaar zullen zij [33]zijn, tot den dag toe, dat Ik ze [34]bezoeken zal, spreekt de HEERE; dan zal Ik ze opvoeren, en zal ze wederbrengen tot deze plaats. 33. Dat is, blijven; alzo onder hfdst.32 vs.5; Ps.37:18, enz. 34. Dit en het volgende kan men duiden op de genadige bezoeking der Joden, die God uit de gevangenschap van Babel wilde verlossen en met de vaten doen wederkomen; of ook [bij gelijkenis van mensen genomen] van de vaten zelf, wien God, [om zo te spreken] deze weldaad zou bewijzen, dat Hij ze uit de handen dergenen, die ze met geweld onderhielden en schandelijk misbruiken, [Dan.5:2,3,4], weder aan hun rechte plaats en tot hun recht gebruik zou brengen. Alzo wordt God gezegd het land te bezoeken, Ps.65:10, enz.